De LP streeft naar het afschaffen van het minimumloon en het minimumjeugdloon. De beloning voor werk is een vrijwillige overeenkomst tussen twee partijen en geen taak van de overheid.
Het minimumloon zorgt ervoor dat mensen moeilijker toegang krijgen tot de arbeidsmarkt en afhankelijk worden van uitkeringen. Als het minimumloon bijvoorbeeld veertien euro is, zal iemand met beperkte kwalificaties en met een economische waarde van tien euro per uur niet in aanmerking komen voor een baan.
Het minimumloon beperkt de invloed van vakbonden bij het onderhandelen over arbeidsvoorwaarden en het waarborgen van eerlijke behandeling van werknemers. Zonder het minimumloon kunnen vakbonden juist meer invloed uitoefenen, omdat minimumloners worden gestimuleerd om zich te verenigen. Nederland kan het voorbeeld van de Scandinavische landen volgen, waar vakbonden terecht strijden tegen de invoering van een landelijk minimumloon.
Het minimumloon gaat tegen de economische en individuele vrijheid in. Het kan zo zijn dat men zeer graag ervaring opdoet bij een bepaald bedrijf of in een bepaalde functie. De opgedane kennis en vaardigheden zijn dan voldoende betaald voor het werk dat verricht is tegen een lager loon dan een vastgesteld minimumloon.