Het is de overtuiging van de LP dat onderwijs niet gebaat is bij overheidsfinanciering en dat dit onnodige kosten met zich meebrengt. Veel mensen zien financiering van onderwijs door de overheid wellicht als een nobel streven, maar deze gedachte bevat een aantal fundamentele misvattingen.

Kwaliteit en innovatie

Ten eerste leidt overheidsfinanciering niet tot hogere kwaliteit, maar juist tot verschraling van het onderwijs. Om onderwijs te financieren moet de overheid elk jaar bepalen wat onderwijs is. Hiervoor wordt een bureaucratie van leerplannen, leerdoelen en inspectie opgetuigd, waaraan scholen moeten voldoen om aan financiering te komen. Dit betekent dat scholen met alternatieve leerplannen geen financiering krijgen en buiten de leerplicht vallen. Hierdoor kunnen zij met geen mogelijkheid concurreren en krijgen nieuwe ideeën en lesmethodes geen ruimte. Juist zonder financiering van bovenaf wordt de creativiteit en het inlevingsvermogen van docenten en scholen beloond. Hierdoor zal kwalitatief goed onderwijs, dat inspeelt op de wensen van studenten, leerlingen en ouders, vanzelf bovendrijven.

Betaalbaarheid van onderwijs

Ten tweede is overheidssteun niet van belang voor de betaalbaarheid van het onderwijs, maar maakt het het onderwijs juist duurder. Als we kijken naar de kosten van het basisonderwijs dan zien we dat deze in Nederland inmiddels zijn gestegen tot meer dan €10.000,- per jaar per kind. In een gemiddelde basisschoolklas zitten 23 tot 24 kinderen. Dit betekent dat er een budget van al gauw €240.000 per jaar wordt vrijgemaakt voor één klas, terwijl het gemiddelde salaris van een fulltime basisschooldocent zo’n €60.000 bedraagt (slechts een kwart van het budget). Als scholen kunnen concurreren op prijs, zouden ze veel minder kosten kunnen maken, waardoor ook mensen met een laag inkomen dit kunnen betalen. Bovendien biedt vrij onderwijs ouders ook de mogelijkheid om zelf of samen met andere ouders onderwijs te organiseren. Met de investering van hun eigen tijd kunnen zij de daarmee kosten in de hand houden.

Voor hoger- of beroepsonderwijs geldt dat onderwijs veel beter vanuit het bedrijfsleven gefinancierd kan worden dan door de overheid. Opleidingen zullen dan beter aansluiten op de arbeidsmarkt. Investeringen in goed opgeleide werknemers kunnen in korte tijd terugverdiend worden, waardoor de eigen bijdrage minimaal hoeft te zijn.

Herverdeling van belastinggeld

Als laatste zorgt overheidsfinanciering van onderwijs voor een onrechtvaardige herverdeling van belastinggeld van laagopgeleiden naar hoogopgeleiden. Deze laatste groep profiteert immers meer en langduriger van deze staatssteun dan iemand die na de middelbare school aan het werk gaat (en meteen belasting gaat betalen). Meer dan de helft van het onderwijsbudget gaat naar zaken waar lang niet iedereen van profiteert, zoals (hoger) beroepsonderwijs, wetenschappelijk onderwijs en studiefinanciering.

Standpunt van de LP

Het financieren van onderwijs vanuit de overheid leidt tot duur onderwijs van middelmatige kwaliteit en zorgt voor een onrechtvaardige herverdeling van middelen. De LP wil hier zo snel mogelijk vanaf door de overheidssteun naar nul te brengen. Hiermee kan een drastische belastingverlaging worden gerealiseerd en krijgt kwalitatief goed onderwijs de ruimte om te ontwikkelen. Daarbij kan rekening gehouden worden met de tijd die het scholen kost om hun eigen financieringsmodel op te zetten. 

De LP stelt dat niemand verplicht kan worden om te betalen voor het onderwijs van een ander. Eenieder die wil investeren in zichzelf door onderwijs te volgen, zal de kosten daarvoor zelf moeten dragen. Voor kinderen geldt dat de ouders financieel verantwoordelijk zijn. Voor zaken als voeding of kleding is dat al de normaalste zaak van de wereld. Voor onderwijs hoeft dit niet anders te zijn.