# ik doe niet meer mee” is trending, tenminste zo lijkt het als je in bepaalde X-bubbels rondzwerft of geloof schenkt aan de angstwekkende uitingen van de AIVD. De opeenvolging van schandalen, de coronamaatregelen en de oorlogsretoriek van Mark Rutte hebben het vertrouwen in de democratie en in “haar” overheid sterk beschadigd. Een van de heftigste reacties is de totale afwijzing van alle vormen van de autoriteit van de staat: mensen die zichzelf soeverein verklaren. Eigenlijk is dat een zuiver anarcho-kapitalistische geste. Maar gaat het werkelijk om hetzelfde?

Soevereinen- en autonomiebewegingen

Het demonstratief afzweren van “trouw” aan een heerser, een wets- of regelstelsel heeft door de eeuwen heen traditie. Het zijn de uiterlijke tekenen van een diepe wens om uit een bedreigend en uitbuitend systeem te ontsnappen. In alle tijden zijn er mensen en bewegingen geweest die aan deze hunkering een pasklare “oplossing” aanboden. Of het nu gaat om een kloosterregel, een aristocratische status of deelname aan een sekte met een leider, of sommige leiders en/of “begeleiders” die mensen aan hun soevereiniteit of hun autonomie helpen. Net als de welvaartsstaat moet je er wel vaak meer voor betalen dan dat je ervoor terugkrijgt.

Een Nederlander die zich vandaag de dag uit frustratie over “het systeem” demonstratief soeverein of autonoom (autonomenbeweging) verklaart zegt in feite, dat wat hem of haar betreft de in wetten geformuleerde (Nederlandse) rechtsorde door het putje gespoeld kan worden. Inclusief de bijbehorende vergunningen, belastingen en boetes.

Een citaat dat deze afzweerders goed typeert is van @ericdik2881:

“Ik ben autonoom en heb een diplomatiek paspoort en ben niet meer-dood-op-zee status maar een levend mens doordat ik mijn geboortetrust als enig erfgenaam heb aanvaard. Ik ben mens en geen persoon. Persoon betekent masker in het latijn”.

@ericdik2881

De bewoordingen verwijzen naar een quasi-juridisch en nogal warrig construct dat in sommige kringen van autonomen en soevereinen via cursussen en lidmaatschappen (tegen betaling) wordt verspreid. Wie er meer over te weten wil komen vindt aan het einde van dit artikel enkele verwijzingen naar actuele bronnen. Een fundamentele kritiek op de redeneringen binnen deze soorten van soevereinenbeweging kun je vinden in het gesprek tussen Jeroen Pols, Frank Stadermann en Pieter Stuurman in de uitzending van Café Weltschmerz van 7 februari 2023, getiteld “Autonoom worden, juridisch mogelijk?

Advocaat Jeroen Pols benoemt de fundamentele inconsequentie: eerst wijs je “het systeem” af en vervolgens wil je hetzelfde regelsysteem gebruiken om een “wettelijke” exit uit datzelfde systeem te bewerkstelligen? Waarom zou je als “tot burger gemaakte” juist aan de bestuurders van de instituten van de staat expliciet gaan verklaren dat je niet door die instituten bestuurd wilt worden? Wat zou het een “tot slaaf gemaakte” baten om uitgerekend aan de oppassers van de plantage te gaan vertellen dat-ie geen slaaf meer is en voortaan voor zichzelf gaat werken? Het antwoord daarop is waarschijnlijk een pak slaag met de zweep. De consequentie van het “ontburgeren” is uiteindelijk dat je lijf en goed geen bescherming meer genieten. Zonder paspoort, zonder een door de staat gesanctioneerd ID kun je geen rechtshandelingen meer verrichten en je ziet zelf maar hoe je in je onderhoud voorziet zonder “legaal” voor geld te mogen “werken”, zonder te kunnen trouwen, te erven, te “wonen”, een auto te kunnen bezitten, zonder een bankrekening te hebben, etc. Om het demonstratief opgeven van je “natuurlijk persoon” werkelijk waar te maken zul je een heleboel zaken vooraf moeten hebben geregeld, die nu in het all-in burgerschapspakket zitten. Waarschijnlijk kom je uiteindelijk uit bij een soort kluizenaars- of in gemeenschap met gelijkgestemden een soort monnikenbestaan, met gemeenschappelijk beheerde bankrekeningen, vervoermiddelen en een sterke, op autarkie (zelfverzorging) gerichte, economische basis. Er vormt zich al gauw alweer een nieuwe andere afhankelijkheid. Om werkelijk als eenling je soevereiniteit te kunnen leven is het vooral nodig om over veel hulpbronnen (geld, handelswaar en vrienden) te beschikken.

Libertaire soevereiniteit

Is er verschil tussen de moderne Jan van de familie (vdf) Hollander en Piet Libertair?

Jawel. Piet Libertair heeft als een van zijn belangrijkere levensdoelen om langdurig zelfbestemd te leven en “dus” om welvarend te worden. Dat zie je minder duidelijk bij de autonomen of de soevereinen. Die trappen vaak maar al te graag tegen het naar hun mening scheefgegroeide geld- en bankensysteem aan. Het streven naar zelfredzaamheid is gelijk, maar voor libertairen is het daar bijhorend praktisch handelen een direct uitvloeisel van het principe van zelfbestemming en niet een reactie op een onrechtvaardige actie van een of andere overheid. De libertaire opvatting, dat elk volwassen en mondig mens van nature de controle over het eigen leven heeft is niks anders dan de erkenning van je eigen – en van andermans – soevereiniteit. Libertair Perspectief heeft er al eerder over geschreven:

Volgens ons is iedereen soeverein, precies zoals de koning. Niemand is onderdaan, niet van elkaar en niet van de “overheid”. Utopie? Nee. Het decentraal georganiseerde Zwitserland heeft 7 miljoen soevereinen. (…) Hoe gaan soevereinen met elkaar om? Voorbeeldig! Ze staan “in hun eigen recht “. Ze respecteren elkaar en bemoeien zich niet met elkaars familieleven. Uit principe gaan ze met elkaar vriendschappelijk om. Ze gunnen elkaar royaal hun wel en wee, ze zijn niet afgunstig op elkaar. (…) En het betekent ook: de overheid is aan Ons dienstbaar, ze moet naar Ons – met hoofdletter – luisteren, niet andersom.”

Ambtsdragers

Dat sommige vertegenwoordigers van de uitvoerende overheid het daar misschien niet mee eens zijn is hun eigen probleem. Zij hebben zelf door hun eed (of belofte) van trouw aan het Koninkrijk hun soevereiniteit opgegeven en er een “ambt” voor teruggekregen. Zulke ambtsdragers zullen misschien van anderen verwachten dat die evenzo ijverig het belang van het Koninkrijk of van de collectiviteit behoren te dienen. Ze voelen zichzelf als “hoger geplaatsten” misschien zelfs boven anderen verheven in hun vertegenwoordiging van de Koning, het Koninkrijk, het “publieke belang” of van abstracte “gemeenschappelijke waarden”. Maar ofschoon sommigen van deze ambtsdragers graag voor anderen de dienst willen uitmaken, blijft het een feit dat ze minder vrij zijn dan degenen die ze zouden willen besturen.

Het geldt voor politiemensen, burgemeesters en openbare aanklagers. Het zijn ambtsdragers par excellence. Aan hen gaan verkondigen dat je niet door hen bestuurd wilt worden heeft weinig zin, want ze zijn helemaal niet aangesteld om je leven te besturen. Ze besturen slechts instituten die stuk voor stuk in dienst (zouden moeten) staan van de bevolking. Om aan een rechter te vertellen dat je hem niet hoeft te erkennen is al helemaal onzin. Rechters zijn er om – onafhankelijk van hun eigen mening – een geschil te toetsen binnen een systeem van bestaande regels en wetten en daarover een voor alle partijen bindende uitspraak af te geven. Zij geven een interpretatie die helemaal niet de jouwe hoeft te zijn.

Afzweren van het burgerschap?

Je moet ervoor oppassen dat je via het afzweren van je ene staatsburgerschap niet van de regen in de drup komt en onderdaan wordt van het volgende systeem. Wil je emigreren naar Cuba of naar Duitsland? Zichzelf “Reichsbürger” noemende mensen in Duitsland willen de naoorlogse Bondsrepubliek niet erkennen, maar zouden dan wel weer een monarchie daarvoor in de plaats krijgen. Waar blijf je dan met je idealen van soevereiniteit en autonomie?

Het werkelijke probleem is: in geval van geschillen tussen staat en individu wordt in onze huidige maatschappij het belang van de collectiviteit in principe zwaarder gewogen dan het belang van het individu. Dat heet “collectivisme”. En voor de negatieve uitwerking daarvan op jou als individu moet je de schuld niet aan een rechter, maar aan de volgelingen van Jean-Jacques Rousseau geven. En als je dan minder hinder van de collectiviteit wil hebben, dan is een simpeler oplossing: verhuizen van de stad naar het (ontvolkende) platteland.

De Libertaire Partij is geen clientèle-partij.

Het libertaire gedachtegoed redeneert omgekeerd aan het collectivisme: het belang van het individu om zichzelf in stand te houden en te ontwikkelen staat in feite hoger dan het “publieke” belang. Het “publieke belang” is – in tegenstelling tot wat Rousseau vond – wel degelijk deelbaar. Het bestaat uit de belangen van individuele mensen die elk voor zich willen leven naar hun eigen inzichten. Daaruit kan ook één enkel “publiek” belang ontstaan, zoals schone lucht, maar in een echt vrije samenleving ontstaan er onnoemelijk veel parallelle, “gemeenschappelijke belangen”. Denk hierbij aan groeps- en “particuliere” belangen. De libertaire these is: Hoe meer (onafhankelijke, soevereine) individuen het goed gaat, des te beter het met hun vrijwillige groeperingen en uiteindelijk met de hele samenleving gaat. Welvarende soevereinen hebben onderling meer uit te wisselen, kunnen meer verhandelen dan armoedzaaiers. Libertarisme leidt ertoe dat individuen zo welvarend mogelijk worden, zonder dat zij elkaar daarin gaan belemmeren. In een samenleving met vrije concurrentie (letterlijk “samen-lopen”) weerspiegelt welvaart het vermogen om waarde te scheppen en worden er naar hartenlust schaarsten opgeheven en winsten onderling verdeeld. In het libertarisme gaat het erom een samenleving te maken waarin zo veel mogelijk deelbelangen naast elkaar vreedzaam kunnen bestaan en elkaar versterken. Het gaat er in het libertarisme dus niet om één enkele maatschappij met één enkel waardestelsel te promoten of voor te trekken. Geen enkele, of dat nu nationaal-conservatief, democratisch, socialistisch, liberaal, boers, christelijk, dierlijk, zwart of groen van politieke kleur is. Volgens het libertarisme zou dat strijdig zijn met het non-agressieprincipe.

Libertairen zijn Soevereinen

Met alle sympathie en respect voor de mensen die zich soevereine mensen van vlees en bloed noemen: het is in onze ogen geen “Sonderstatus”. In de libertaire filosofie kan ieder mondig mens dat voor zichzelf claimen (zie het Libertarische Sociaal Contract), mits en in zoverre je hetzelfde ook aan anderen gunt (non-agressieprincipe).

Soeverein ben je als je bestaan niet afhankelijk is van een macht die jou iets bevelen kan. Je bent niet afhankelijk van “de overheid” maar “de overheid” is afhankelijk is van jou en van je mede-soevereinen. Geen libertariër zal zichzelf bewust in de nesten willen werken. Buiten de overheidssystemen gaan staan, of je er niets van aantrekken kun je je pas permitteren wanneer je genoeg geld en vrienden hebt.

In Nederland wordt er veel te veel rijkdom via het overheidsapparaat verwaterd. Door de bestemming van rijkdom minder in handen van een abstracte collectiviteit te leggen, maar bij degenen te laten die het verdiend hebben stijgt de soevereiniteit van de verdieners. Als daar nu nog steeds overheidsontwijking voor nodig is, dan ondersteunen libertariërs dat met alle creativiteit die ze in zich hebben. De libertarische term daarvoor heet “Agorisme”.

Noot

Wil je meer over autonomie- en soevereiniteitsbewegingen weten, hier enkele bronnen (YouTube interview video’s):