De Tweede Kamerverkiezingen van 2023 zijn inmiddels twee weken achter de rug en resulteerden in een verrassende verkiezingsuitslag. Wilders met de PVV rolde als grote winnaar uit de verkiezingen met maar liefst 37 zetels. De afgelopen twee weken hebben in het teken gestaan van de formatie. En tot op heden is er nog geen concreet vooruitzicht over hoe het volgende kabinet er uit zal zien. Maar wat als kabinet Wilders I tot stand komt, zal het een rem zijn op het links-collectivistische gedachtegoed of zal er een nieuwe vorm van collectivisme op het politieke toneel verschijnen?

De onverwachte verkiezingsuitslag

Dat Wilders de grootste is geworden, hadden maar weinigen verwacht. Naar aanloop van de verkiezingen leek het voor een korte tijd erop dat de NSC de grootste zou worden. Ook hoopte dat Yesilgöz met de VVD de grootste te worden zoals dat het geval was met de afgelopen vier Tweede Kamerverkiezingen. GroenLinks en PVDA poogden hun krachten te bundelen door niet alleen een alliantie te vormen, maar ook door Timmermans naar voren te schuiven als lijsttrekker. Al kregen deze partijen veel stemmen, geen van hen haalden tot hun teleurstelling genoeg stemmen om het voortouw te nemen. Het is aan Wilders om dit te doen. Ondanks de verrassing kan je je afvragen of men deze uitslag niet van verre aan kon zien komen. Na 13 jaar VVD als de grootste en met het aftreden van Mark Rutte was het te voorspellen dat de kiezer toe was aan een verademing. Ook heerste de angst dat Timmermans de grootste zou worden. Immers hij is een doorgewinterd politicus met kennis van zaken. Toch heeft het Timmermans-effect geen doorslaggevend resultaat teweeggebracht. 

De overwinning van Wilders wordt door velen als positief ervaren. Wellicht was de noodzaak om de VVD en GL/PVDA te ontwijken zo groot dat Wilders de enige uitweg leek. Misschien voelden de kiezers de urgentie om gehoord te worden door de politiek. Dat was iets wat niet altijd het geval was bij de afgelopen kabinetten. Misschien is Wilders de man die naar zijn kiezers luistert en zich kan verzetten tegen het etatisme van VVD, D66 en GL/PVDA.

Toch was niet iedereen van deze verkiezingsuitslag gediend. De gevestigde partijen keken verbitterd toe hoe Wilders de overwinning omarmde. Niet geheel verrassend stuitte Wilders onmiddellijk op verzet tijdens de formatie. Yesilgöz heeft zich tot nu toe voorgenomen om een kabinet met Wilders enkel te gedogen. Tevens houdt Omtzigt Wilders nog even aan het lijntje, maar in een kabinet stappen wil hij naar alle waarschijnlijkheid nog niet. Timmermans liet in de media weten dat hij zal strijden voor de democratie. Ook buiten de politiek lieten tegenstanders van Wilders weten dat zij absoluut niet gediend waren van deze politieke omwenteling. Op de Dam en in Utrecht hebben anti-Wilders demonstranten hun frustratie flink kunnen uiten.

De collectivistische scenario’s 

Hoe kunnen Libertariërs hier naar kijken? Is Wilders wel de man die het collectivisme tot een halt wil roepen? Het is duidelijk dat over het algemeen zijn rivalen links-collectivistisch zijn, maar biedt hij zelf ruimte voor het individu? Er zijn hier twee scenario’s mogelijk. Allereerst is het realistisch om te denken dat een kabinet van Wilders helemaal niet van de grond zal komen. Wanneer dit niet lukt, is de één-na-grootste partij aanzet: GL/PVDA. Wanneer dat gebeurt zijn wij weer terug bij af. Maar stel dat Wilders het wel lukt, zal hij echt een verandering realiseren? 

Wat betreft de vrijheid voor het individu, kan Wilders op twee punten een blokkade vormen. Ook al zijn er op sociaal-economisch gebied elementen waar Libertariërs het mee eens kunnen zijn, waaronder het verlagen van de BTW op boodschappen van 9% naar 0%, het verlagen van de brandstofaccijns en de belasting op de energie, het schrappen van de vliegtax, maar betreft de uitgaven wordt er vrijwel niets bezuinigd met als gevolg dat er veel geleend moet worden. Dit heeft weinig Libertarische elementen. De PVV pleit bijvoorbeeld voor het verhogen van het minimumloon en de huurtoeslag, en het afschaffen van het eigen risico. Bovendien moeten NS en ProRail samen één groot Nederlands spoorbedrijf worden. In andere woorden, de PVV wil een staatsmonopolie op het treinverkeer creëren wat niet alleen ontzettend duur zal worden, maar ook inefficiënt. 

Op het gebied van sociaal-culturele kwesties laat Wilders de collectivistische teneur horen. Waar de links-collectivisten een beroep doen op economische klassen en minderheden, vormt Wilders een collectief rondom het nativisme. Oftewel de ware Nederlanders en het Nederlanderschap. Wilders heeft de neiging om de burgers te reduceren tot de ware Nederlander en daarmee lijkt hij te betogen dat de Nederlander slechts één wil heeft: anti-EU, anti-immigratie, volkssoevereiniteit en directe invloed op de politieke besluitvorming door middel van referenda. Al heb ik niks tegen de kritiek op de Europese Unie of het bestaan van de Nederlandse cultuur, laat dit collectivistisch denken weinig ruimte over voor het individu. Er van uitgaande dat de Nederlanders hetzelfde willen, streeft Wilders naar een directe- meerderheidsdemocratie. Directe inspraak over besluitvorming is een mooi streven, maar niet wanneer het individu wordt opgeofferd aan de wil van de meerderheid, want – zo is gedachte – de meerderheid van het volk gelijk heeft. Daar zou je je als individu bij neer moeten leggen. Maar er bestaat niet zoiets als een collectivistische wil of gedachte. Zoals Ayn Rand het puntig verwoordde:

“There is no such thing as a collective brain. There is no such thing as a collective thought. (…) We can divide a meal among many men. We cannot digest it in a collective stomach. No man can use his lungs to breathe for another man. No man can use his brain to think for another”. 

Dus ook op dit punt is Wilders weinig Libertarisch. Laat Wilders veel ruimte over voor het individu? Het is onmogelijk om individuen te reduceren tot een nationale en politieke identiteit. Ook al pretendeert Wilders voor de vrijheid te zijn, uiteindelijk legt Wilders de nadruk op de wil van het collectief.