Enkele decennia geleden was het nog mogelijk voor een gezin met een gemiddeld inkomen om een huis te kopen, maar tegenwoordig is zelfs dit streven buiten het bereik van aanzienlijk verdienende tweeverdieners. Betaalbare huurwoningen zijn praktisch alleen beschikbaar na jarenlange wachttijden. Ten tijde van de inhuldiging van koningin Beatrix in 1980 was de leus van de kraakbeweging: “Geen woning, geen kroning!” Sindsdien is de situatie verder verslechterd.

De Grondwet stelt: “Bevordering van voldoende woongelegenheid is voorwerp van zorg voor de overheid.” Om deze reden heeft de staat gedurende tientallen jaren ingegrepen op de woningmarkt, met erg negatieve effecten. De overheid hoort zich niet te mengen in de markt voor koop- en huurwoningen. De LP heeft enkele suggesties om het woningtekort te verminderen.

Vrij (ver)bouwen

De overheid legt te veel restricties op als het gaat om het bouwen of verbouwen van woningen. Een huis bouwen op eigen grond? Een woning ombouwen voor kamerverhuur? Wonen in een recreatiebungalow? Het mag niet zonder toezegging van de gemeente en alleen als het past binnen het omgevingsplan. Het woningaanbod wordt hierdoor kunstmatig laag gehouden. De gemeente
en projectontwikkelaars met een vergunning profiteren daarvan, ten koste van de burger.

De LP stelt dat grondeigenaren en woningzoekenden zelf mogen bepalen wat een goede plek is om te wonen. Hierdoor zal veel meer woonruimte beschikbaar komen op de woningmarkt. Hiervoor zal het tevens noodzakelijk zijn de verantwoordelijkheid en kosten van bijvoorbeeld ontsluitingswegen te herzien.

Geen prijsplafonds of puntenstelsels

Investeren in onroerend goed brengt inherente risico’s met zich mee. Als projecten te groot worden, gaan ze vaak niet door. Wat investeren in hoge mate risicovol maakt, is prijsregulering door de overheid. Daarom pleit de LP voor het afschaffen van prijsplafonds voor koopwoningen en het vermijden van puntenstelsels in de huursector. Hiermee beschermt de LP eigendomsrechten, om zo investeringen in woningen te stimuleren.

Scheiding tussen geld en staat

Naast belemmerende regelgeving wordt wonen ook steeds duurder door verkeerd monetair en fiscaal beleid. Het ECB-beleid van goedkoop geld veroorzaakt inflatie die structureel boven de 2% norm ligt. Deze geldontwaarding heeft tot gevolg dat huizen duurder worden. Ook leiden kunstmatig laag gehouden rentetarieven tot lagere hypotheeklasten en daardoor weer hogere
huizenprijzen. De veroorzaakte inflatie leidt er logischerwijs ook toe dat mensen hun geld stoppen in zaken die hun vermogen daartegen beschermen, zoals huizen en gebouwen. Dit heeft woonhuizen tot een beleggingsobject gemaakt. Voor de huidige huiseigenaren is het een vetpot, voor starters op de woningmarkt is het niet meer te betalen. Zie ook de standpunten in hoofdstuk 9.
Scheiding van geld en staat
.

Belasting op wonen

Jezelf kunnen voorzien in onderdak ziet de LP als een basisbehoefte. Belasting hierop heffen is immoreel en een van de eerste belastingen die zou moeten verdwijnen. Dit betekent het schrappen van de Onroerendezaakbelasting (OZB), die woningen en indirect het huren van een woning betaalbaarder zal maken.