Het recht op thuisonderwijs werd voor een lange tijd niet erkend door de leerplichtwet uit 1969, die in praktijk vooral een schoolplicht is. Als eventueel thuisonderwijs mogelijk was, kon dat alleen onder hele strenge voorwaarden. Veel thuiszittende leerlingen en ook de ouders kregen daardoor (juridische) problemen. En dat terwijl het juist een recht is om zelf te kiezen wat voor onderwijs de kinderen mogen volgen, zoals geschreven in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Maar door de Coronacrisis hebben mensen toch een andere kijk gekregen op het thuisonderwijs.

Nood breekt wet

In tegenstelling tot wat men eerst vreesde, toen leerlingen noodgedwongen thuis moesten blijven, was er geen sprake van een toegenomen leerachterstand. Er waren zelfs leerlingen die zich prettiger voelden om thuis te studeren. Daardoor verbeteren prestaties en hebben ze ook meer motivatie om verder te studeren.

Door de nieuwe bevindingen op het gebied van thuisonderwijs willen leerlingen en ouders doorgaan met thuisonderwijs geven. Voor 14.000 leerplichtige leerlingen, die al voor de crisis niet naar school kunnen door ingewikkelde wetten, is het een goede oplossing. Er wordt nu geroepen om de regeling te wijzigen zodat leerlingen thuis onderwijs kunnen volgen. Daarbij kunnen scholen helpen met het samenstellen van een thuiswerkpakket en digitale lesmethodes, aangepast aan de leerling. Door de Coronacrisis bestaat deze structuur al.

Recht op (thuis)onderwijs

Hoe werkt thuisonderwijs in landen waar het al langer gebruikelijk is? Als voorbeeld nemen wij Canada, een land met een alfabetiseringsgraad van 99%. Daar is thuisonderwijs, samen met andere vormen van onderwijs, wel toegestaan. Deze vorm is een uitkomst voor ouders die thuiswerken, voor families die veel reizen, voor kinderen die bijvoorbeeld uitblinken in sport of muziek en voor kinderen die speciale aandacht nodig hebben. De opkomst van digitale technologie draagt er aan bij dat ouders voor thuisonderwijs kiezen.

Het recht op thuisonderwijs is vastgelegd in de Canadese wetgeving. De ouders kunnen kiezen uit verschillende soorten onderwijs: online cursussen en leerplannen die speciaal ontworpen zijn voor leerlingen die thuis les krijgen. Ouders die kiezen voor het thuisonderwijs zijn de eerste verantwoordelijken in dit proces. In Canada hebben deze leerlingen ook de mogelijkheid om een staatsexamen af te leggen.

Het Canadees model is een goed voorbeeld van een land waar thuisonderwijs werkt. Als dat model in Nederland wordt ingevoerd krijgen leerlingen en ouders meer keuzevrijheid en zouden leerlingen waarvoor nu geen passend onderwijs is minder risico lopen een leerachterstand te krijgen. Daarbij kunnen onderwijsinstellingen en -organisaties een begeleidende rol spelen.

Legalisatie

De Libertaire Partij streeft ernaar om thuisonderwijs te legaliseren zodat onderwijs voor alle leerlingen toegankelijk wordt. De situatie die wij nu hebben, aan de ene kant leerplicht en aan de andere kant leerlingen die zonder enige vorm van onderwijs thuiszitten, is tegenstrijdig en ook nog eens beklemmend. Met keuzevrijheid krijgen leerlingen de ruimte om zich optimaal te ontwikkelen. Dat wil iedereen, ook de LP.

Arthur van der Veeken, Breda
19 juni 2020

Bronmateriaal