Foto: Gerd Altmann – Pixabay

In 2012 werd de zwaarste aardbeving ooit in Huizinge (Gronings: Hoezen) gemeten. Ondanks vele veiligheidswaarschuwingen aan het adres van de overheid en het kabinet bleef maximale gaswinning het doel. Dit blijkt uit de parlementaire enquête (Pegas). Is er een libertair perspectief mogelijk op de gaswinning en de schade?

Minimumwinning

Naar aanleiding van de grote bevingen in 2012 en 2013 is er voor het eerst met een minimumwinning gerekend. Dit om de schade te beperken. Technisch gezien zou 27 tot 30 miljard kuub gas voldoende moeten zijn geweest om aan het criterium van leveringszekerheid te voldoen. Dit werd “veilig tot veiliger” geacht. De jaarproductie zou uiteindelijk uitkomen op 53 miljard Nm3 (Normaal kubieke meter, hierna kuub).

De Rijksoverheid deelt het volgende mee: ‘In het gasjaar 2021/2022 was de maximale gaswinning 4,5 miljard kuub. Vanaf oktober 2022 staat het Groningenveld op de waakvlam. Dat betekent dat in het gasjaar 2022-2023 een minimale hoeveelheid gas wordt gewonnen: 2,8 miljard kuub. Het is alleen nog beschikbaar als de nood hoog is. Bijvoorbeeld bij een extreem koude winter of bij grote leveringsproblemen.

Nu gaat de gaswinning naar 0 kuub!

De oorlog in Oekraïne kan hier eventueel toe leiden, maar het Groningenveld wordt alleen gebruikt als allerlaatste optie. Bijvoorbeeld als de energielevering aan huishoudens of ziekenhuizen in gevaar komt. Doel is nog altijd om het Groningenveld in 2023 of uiterlijk 2024 in definitief te sluiten.’

Gaswinning wordt een politieke speelbal. Totale afhankelijkheid is het doel

Deze beslissing om de gaswinning naar zo goed als 0 te brengen is uitermate politiek/ideologisch gemotiveerd. Er is uitgebreid aangetoond dat de gaswinning van ongeveer 27 miljard kuub veilig en verantwoord zou zijn geweest. Hier wordt niet voor gekozen nu de gasprijzen zo hoog zijn en mensen letterlijk in de kou zijn gezet.

De winning moet naar bijna 0 kuub. In normaal economisch verkeer kan het aanbod juist in de vraag voorzien op het moment dat de vraag het hoogst is. Nu de overheid zich grondstoffen toe-eigent zien we een gigantische mismatch van het basis economische principe van vraag en aanbod. En welke desastreuze gevolgen dat heeft voor de Nederlandse bevolking merken we nu. Als een overheid zich met economische zaken gaat bemoeien raakt alles altijd uit balans. Er zijn genoeg historische voorbeelden beschikbaar.

Libertair perspectief op gaswinning en vergoeding schade

Wie de eigenaar van het gasveld ook is, zolang je aantoonbaar schade veroorzaakt moet je die (ruimhartig) vergoeden. Het non-agressieprincipe (NAP) is waar libertairen voor staan. Je mag alles met je eigendom doen wat je wilt, zolang je maar geen agressie of (in dit geval bewust) schade toebrengt aan eigendommen van anderen.

De overheid/NAM is meerdere keren gewaarschuwd dat wat ze aan het doen zijn schade gaat veroorzaken. Het privatiseren op wat voor manier dan ook betekent dat het veel makkelijker wordt om een partij aansprakelijk te stellen. En iemand die (individueel) aansprakelijk is wil waarschijnlijk niet de sociale en economische consequenties dragen voor het leed wat Oost-Groningers nu wordt aangedaan. Consequenties die de onpersoonlijke overheid niet hoeft te dragen.

Maar wie zou in een libertaire samenleving eigenlijk de eigenaar zijn van grond- en delfstoffen? In ieder geval niet de overheid. Op dit moment claimt de overheid de grond- en delfstoffen. De mijnbouwwet van 2002 zou moeten worden herzien. Lid 1 van artikel 3 moet worden herschreven, daarin staat: ‘Delfstoffen zijn eigendom van de staat’. Ook artikel 6 (vergunningsplicht) zou moeten worden herzien, de vergunningplicht hoort te vervallen om delfstoffen op te sporen, delfstoffen te winnen, aardwarmte op te sporen en aardwarmte te winnen.

Er zijn verschillende benaderingen over hoe wel libertair om te gaan met het gasveld en de baten daarvan. Binnen de LP worden de standpunten daarover nu geformuleerd en daarna aan de leden voorgelegd. Eén van de benaderingen is dat de grondeigenaren die boven de gasbel wonen er (evenredig) van mogen profiteren omdat zij eigenlijk de eigenaar zijn van de gasbel. Je bent eigenaar van jouw grond en de eigendomsrechten reiken tot de kern van de aarde onder jouw grond tot aan de atmosfeer van de aarde boven jouw grond.

Een andere benadering is een “common pool resource” (gemeenschappelijke hulpbron). Dit is een hulpbron die een groep mensen ten goede komt. De waarde van een gemeenschappelijke bron kan worden verminderd door overmatig gebruik, omdat de voorraad van de bron niet onbeperkt is en overexploitatie kan leiden tot schaarste. In ieder geval hebben een groep mensen/bewoners wel de zeggenschap over de gevolgen die de winning met zich meebrengt.
Een derde benadering is het principe dat de oorspronkelijke vinder (en diens opvolgers) mogen profiteren van de tijd, energie en geld die zij hebben gestopt in het opsporen van de grondstof.

Directe aansprakelijkheid

In al deze libertaire opties is er in ieder geval een directe aansprakelijkheid. Iets wat er nu niet bestaat wanneer de grondstoffen eigendom van de onpersoonlijke overheid zijn. In een libertaire samenleving dragen de private eigenaren/beheerders van de gasvelden ook de sociale en economische consequenties voor hun daden. Die consequenties zijn er niet voor de overheid. Economische schade voor een overheid betekent: “u en ik betalen meer belasting”.

Ondernemende nonnen liggen overhoop met het Vaticaan

Over zelf-redzaamheid en samen-redzaamheid gesproken …
Afgelopen donderdag plaatste De Telegraaf een artikel van Maarten van Aalderen over een groep van dertien zeer ondernemende Benedictijnse nonnen uit het stadje Pienza in Toscana, die het aan de stok hebben met het Vaticaan, dat hen – nadat de plaatselijke burgemeester zijn beklag deed bij de bisschop – commerciële activiteiten (de verkoop van eigen producten in de kloostertuin, het gratis ter beschikking stellen van slaapplaatsen) wil verbieden. Agorisme puur, zou je denken, dat in de kiem gesmoord wordt. Het Telegraaf-artikel is op Internet niet te vinden, maar de Italiaanse bronnen wel.

Diepe breuklijnen
Wat op een Kafkaeske zaak tegen de vrije markteconomie lijkt, gaat in werkelijkheid veel dieper en legt de strijd bloot tussen de “progressieve” facties rond Franciscus en fundamentalistische krachten, aangevoerd door aartsbisschop Carlo Maria Viganò, de man die Vatileaks aan het rollen bracht. De ondernemende Benedictinessen in kwestie lijken meer in de laatstgenoemde hoek te zitten. Vigano ondersteunt hun causa.
De manier waarop de confrontatie verloopt lijkt het recept te volgen dat overal ter wereld bureaucratiën ontplooien wanneer ze gehoorzaamheid willen afdwingen. De abdis, Diletta Forti, is intussen verplaatst naar een hippere kloostergemeenschap, die haar niet helemaal bevalt en de nonnen wordt ermee gedreigd dat hun status als religieuzen wordt afgenomen. En intussen blijven de motieven voor de bestraffing verborgen, althans voor de pers.
Terwijl Franciscus goede betrekkingen met het World Economic Forum lijkt te onderhouden en de “Great Reset” niks in de weg legt, is Viganò de man die het WEF veroordeelt als “enslavers of humanity”. Hij spreekt van een “global coup d’état” en een Wereldoorlog, die niet met wapens maar met illegitieme regels wordt gevoerd, teneinde een planetaire dictatuur van de “infernale New World Order” op te zetten. De spanningen lopen zo hoog op dat Viganò de Paus publiekelijk heeft opgeroepen om af te treden.