Het was 7 oktober 2023. Die datum zal de wereld onthouden als de dag van de grootschalige aanval van Hamas tegen Israël. Terwijl de oorlog in Oekraïne nog in volle vaart doorging verschoof de aandacht van de pers naar het Midden-Oosten. Op nieuwszenders en talkshows kwam een leger aan geschiedkundigen tevoorschijn om uit te leggen waar dit geweld nou allemaal door kwam, een kans die door veel politici en columnisten gebruikt werd om de grootste gruweldaden van alle kanten te verklaren of zelfs te verdedigen. In deze onmenselijke tijd blijft de vraag wie hier verantwoordelijk voor zijn het meeste steken.

Al maanden volgen we in Nederland het nieuws hierover als een soort sportwedstrijd waarin de spelers zoveel mogelijk menselijk leed proberen te veroorzaken en juichen wanneer “ons team” daar doelpunten in scoort. Die punten lopen inmiddels op in de tienduizenden, en de aanvoerders van de clubs lijken nog niet uitgespeeld. Intussen gaat het ontmenselijken van de tegenstanders op volle kracht door en worden burgerslachtoffers aan beide kanten rechtvaardig genoemd.

Laat me heel duidelijk zijn, de festivalgangers en andere burgers die op 7 oktober werden afgeslacht door Hamasstrijders zijn niet de veroorzakers van deze oorlog. Dat zijn slachtoffers die met respect behandeld dienen te worden. Hetzelfde geldt voor de vele burgers van Gaza die al vele jaren gebukt gaan onder onderdrukking van de Israëlische regering en als beesten behandeld worden. Hoe hebben we ons zo gek laten maken hun als daders te zien?

Als burgers niet de daders zijn in deze oorlog, wie dan wel? Laten we beginnen met Hamas. Wie financiert Hamas? Rijke lui uit de olie- en gasindustrie die zich schuilhouden in Qatar. Dan is er nog de Israëlische overheid, die in een steeds hoger tempo en steeds vaker met geweld grond van de Palestijnen inneemt. Mensen worden weggejaagd uit dorpen door kolonisten en landbouwgrond wordt vernietigd. We moeten voorzichtig omgaan met het woord genocide, maar steeds openlijker geven de politici in de regering steun voor een zogeheten Nakba.

Door met deze politici samen te werken in een regering hebben ze bloed aan hun handen. Als laatste is er nog de wapenindustrie, de winnaars van iedere oorlog. Dankzij hun lobbyisten worden ethische bezwaren om wapens uit te leveren aan overheden die er misbruik van maken zoals dat bij Israël het geval is makkelijk aan de kant geschoven. Westerse interventie gebeurt niet uit de goedheid van het hart of een voorliefde voor een vrijere wereld maar om de belangen van de wapenindustrie te dienen.

Het is teleurstellend om in de media te zien dat politici mensen aanpraten dat het een keuze is tussen het kwaad van Hamas en dat van de Israëlische regering. Het is namelijk geen conflict tussen de Israëlische en Palestijnse bevolking, maar een conflict tussen rijke oligarchen en demagogen die bevolkingen tegen elkaar laten uitspelen. Conservatieven mogen niet trappen in de val dat Israël de “baken van beschaving” is in het Midden-Oosten, en progressieven mogen niet trappen in de val dat Hamasstrijders geen pion van oligarchen, maar een held van het volk zouden zijn. Dit is een conflict tussen de sociale elite van verschillende landen waar de bevolking onder lijdt.Een politicus met het hart op de juiste plek maakt mensen niet wijs dat burgerslachtoffers op deze schaal acceptabel is. Het is in deze tijd nodig dat een derde alternatief wordt verdedigd, één van vrijheid, medemenselijkheid en rechtvaardigheid. Stop met het ontmenselijken van burgers. Stop met het zwaaien van Hamasvlaggen. Stop met het leveren van F-35 gevechtsvliegtuigonderdelen aan de Israëlische overheid. Stop met het vernielen van Holocaustmonumenten. Stop met het tegenhouden van hulp aan Gaza. Stop met militaire interventie. Stop met het tolereren dat het niet de bevolking maar wapenfabrikanten zijn die doorslaggevend zijn in het maken van beleid. En vooral, laat je niet gek maken.