Afgelopen week nam ik deel aan een chat van de Piratenpartij. De partij staat ideologisch dicht bij ons, en de aanhangers ervan beschouw ik als open-minded. Deze gesprekken gaven een interessant inzicht in het wereldbeeld van de gematigde collectivisten. Kort gezegd, de LP wordt gezien als kil, onrealistisch, voordelig voor de rijken en als een groot gevaar voor de minderbedeelden en de natuur. Dat zelfs bij de piraten dergelijke opvattingen heersen over het libertarisme, verraste me echt. Het was een eyeopener.

Libertarisme is een uitdagende boodschap. Het vereist een andere kijk op de wereld, een paradigmaverschuiving voor velen. Op de vraag ‘maar wie bouwt dan de wegen?‘ is geen goed antwoord te geven als de vragensteller het non-agressie principe nog moet internaliseren en moet begrijpen dat ‘gij zult niet stelen‘ ook moet gelden voor onze instituties. Vrijwel iedereen begrijpt, voelt aan, en ziet in de geschiedenis dat wanneer de overheid zich bemoeit met de voedselvoorziening, tekorten en overschotten ontstaan. De Sovjet-Unie, de boterberg in Nederland, en tal van andere voorbeelden illustreren dit. Dat de overheid vergelijkbare marktverstorende problemen veroorzaakt op alle plekken waar ze te nadrukkelijk aanwezig is, is voor ons volstrekt evident. Het zijn dezelfde mechanismen aan het werk, met name centralisatie en het verstoren of wegnemen van het prijssignaal. Het alternatief, waarbij een terugtrekkende beweging van de overheid zorgt voor een beter product tegen een lagere prijs, wordt door het grootste deel van het electoraat niet als mogelijkheid gezien, vooral als het gaat om zaken als gezondheidszorg.

Volgens Deirdre N. McCloskey komt dit doordat we allemaal opgroeien in gezinnen, die kleine socialistische gemeenschappen vormen, waarbij eenieder naar vermogen bijdraagt en aan eenieder naar behoefte wordt gegeven. Vrienden zijn ook zo. Erasmus begon zijn verzameling duizenden Latijnse spreekwoorden met “Onder vrienden zijn alle goederen gemeenschappelijk.” Dat klopt. Als je een pizza koopt voor het feest maar dan verklaart: “Ik heb ervoor betaald, dus ik mag het allemaal opeten“, dan word je niet opnieuw uitgenodigd.

Onze linkse vrienden vertalen deze conditionering op microniveau naar beleid om een familie van 18 miljoen leden te creëren. Wij verwerpen dit. Niet omdat we asociaal zijn en de pizza voor onszelf willen houden, maar omdat we weten dat als zij hun zin krijgen, uiteindelijk niemand nog een pizza kan afhalen.

Een ander belangrijk aspect is tijdspreferentie. Mensen met een laag inkomen, die een groot percentage van hun inkomen besteden aan primaire levensbehoeften, hebben een hoge tijdspreferentie. Zij hebben vaak acuut tekort of een probleem en zullen doorgaans niet stemmen op een partij die inzet op het vergroten van de taart op lange termijn (de LP), waar uiteindelijk iedereen van profiteert, maar op partijen die herverdeling van de huidige taart voorstaan (alle andere partijen). En dat begrijp ik. 50% van Nederland verdient 19% van het nationaal inkomen, becijfert het CPB en valt in die groep. De LP heeft hiermee zogezegd een beperkt electoraat.

Daarnaast is een behoorlijk deel van de bevolking direct of indirect in dienst bij de overheid. Daar waar ambtenaren tot een aantal jaren geleden gemiddeld een lager loon hadden in ruil voor meer zekerheid, zien we dat ambtenaren in korte tijd fors meer zijn gaan verdienen met behoud van diezelfde zekerheid. Rijksambtenaren verdienen inmiddels gemiddeld 91.000 euro per jaar, zo blijkt uit een onderzoek van het ambtenarenblad “Binnenlands Bestuur”. Bovendien groeit de overheid nog altijd explosief. Ter illustratie: als de procentuele groei van het ambtelijk apparaat gelijke tred zou hebben met de bevolkingsgroei, dan zou Nederland nu ruim 20,5 miljoen inwoners moeten hebben in plaats van 18 miljoen. De overheid faciliteert niet maar concurreert met het bedrijfsleven, en dat is toch daar waar de taart bij elkaar verdiend moet worden. Dit is een onhoudbare situatie. Het is natuurlijk logisch dat deze groeiende groep niet tegen hun eigen banen gaat stemmen.

De overheid is de grootste veroorzaker van de kloof tussen arm en rijk.

Een laatste aspect, misschien het belangrijkste, is dat de overheid ongelijkheid in stand houdt en actief vergroot met haar monetaire beleid via de centrale bank. Door inflatie, het vergroten van de geldhoeveelheid, wordt productiviteitswinst afgeroomd en vloeit zo richting de staatskas en richting alles wat schaars is, in plaats van naar ons allemaal in de vorm van dalende prijzen. Inflatie is daarmee een extra belasting, die vooral de lage inkomens raakt. Het resulteert erin dat voor de 50% beschreven in de eerdere alinea het leven steeds duurder wordt, terwijl het deel van de bevolking dat wel wat geld overhoudt en dingen kan kopen die de overheid niet kan bijmaken, zoals vastgoed en aandelen, rijker wordt. De overheid is daarmee de grootste veroorzaker van de groeiende kloof tussen arm en rijk. Geen subsidie, toeslag of universeel basisinkomen kan dit verlies van koopkracht compenseren, per definitie niet. 9 miljoen mensen in Nederland ontvangen inmiddels een of meerdere toeslagen. 9 miljoen mensen zijn afhankelijk gemaakt van de overheid. Met slechts 3,5% werkloosheid is dat een statistiek om je voor te schamen. Het politieke debat moet niet langer gaan over wie wat krijgt, maar over hoe iedereen op eigen kracht vooruit kan. Weerbaarheid in plaats van afhankelijkheid.

Na mijn gesprekken met de Piraten besef ik dat onze beweging voornamelijk gericht is op onze eigen bubbel. Het Non-Agressie Principe, de Oostenrijkse school en de monetaire theorie in de alinea’s hierboven vormen de kern van ons verkiezingsprogramma, maar vereisen wel een bepaalde mate van investering in kennis en begrip. Zonder deze investering en internalisering van deze concepten blijven onze standpunten voor velen onbegrijpelijk en roepen ze eerder negatieve associaties op, zoals eerder beschreven. We moeten beseffen dat we een ander anker nodig hebben, minder technisch, meer verhalend. Hiervoor heb ik inspiratie gevonden bij La Libertad Avanza en het verkiezingsprogramma van Javier Milei, die een heldere visie op de maatschappij combineert met een analyse van de huidige situatie, waardoor het voor een breder publiek toegankelijk wordt. Ik geloof dat een vergelijkbare strategie, aangepast aan de Nederlandse context, de LP kan helpen om een groter publiek aan te spreken.