Persoonlijk welzijn wordt mede bepaald door de inrichting van de samenleving. Wij willen een samenleving waar men elkaar helpt, in plaats van een waar je zogenaamd wordt geholpen door regels, protocollen, subsidies en toeslagen. Nederland is een verzorgingsstaat. Er moet een eind komen aan onmenselijke bureaucratische maatregelen. Financiële vrijheid, oprechte solidariteit en naastenliefde moeten weer een kans krijgen.

De verzorgingsstaat is gebaseerd op gedwongen solidariteit. Dwang is niet sociaal of menselijk. Het vergt onderwerping van het individu. De prijs voor de verzorgingsstaat is onvrijheid en onderworpenheid; zowel financieel als sociaal.

Onderworpenheid en onzekerheid

De overheid bepaalt hoe jouw sociale zekerheid eruit ziet, waardoor individuen hier beperkt invloed op hebben. Je mag niet zelf kiezen. Er is maar één smaak. De overheid heeft in het verleden rechten beperkt en uitgebreid. Er is dus niets zeker. De regels veranderen tijdens het spel. De grillen van de overheid, de protocollen en de technocratie bepalen je bestaanszekerheid op momenten dat je het meest kwetsbaar bent. De toeslagenwet laat zien hoe groot de effecten van deze onzekerheid kunnen zijn. De verzorgingsstaat is geen uiting van menselijkheid, maar een systeem van ambtelijke bureaucratie.

Bureaucratie

We leven in een samenleving waar het juist invullen van formulieren essentieel is. Een klein foutje in een zeer complexe regeling als de kinderopvangtoeslag en een toeslagenaffaire of een faillissement ligt op de loer. Je kunt zelfs je kinderen kwijtraken. Procedures zijn belangrijker geworden dan menselijkheid. De verzorgingsstaat is een kil monster geworden.

Centralisatie

De overheid bevordert door complexe regelgeving dat er steeds grotere organisaties komen, terwijl de menselijke maat juist om kleinere organisaties vraagt. Dit is vooral belangrijk bij scholen en zorg. Technocratie ontmenselijkt door mensen afhankelijk te maken van anonieme uitvoeringsorganisaties.

Verantwoordelijkheden binnen organisaties zijn onoverzichtelijk geworden. Inhoudelijk is er geen kennis meer aan de top. Managers en CEO’s komen niet van de werkvloer, maar van de universiteit. Regels gaan boven mensen en niemand heeft meer eindverantwoordelijkheid.

Groot beslag op de middelen

Overheidsoplossingen zijn vaak duurder dan marktoplossingen. Hierdoor treedt verspilling op. Daardoor kan er minder geld aan andere dingen worden uitgegeven. Talent kan veel beter worden ingezet om de mensheid vooruit te helpen. Bedrijfskundigen, organisatiedeskundigen en managers zijn het bureaucratische alternatief voor de markt. De enorme kosten van onze complexe verzorgingsstaat zorgen voor gemiste kansen op andere gebieden.

Monopolisering van naastenliefde

De technocratie gaat zover dat maar al te vaak uitingen van vriendelijkheid en naastenliefde verboden worden verklaard. Tentjes bij het opvangcentrum bij Ter Apel? Verboden. Koken voor daklozen? Verboden. Boodschappen doen voor je buurvrouw in de bijstand? Verboden. Iemand bij je laten logeren in afwachting van een woning? Oppassen voor de belastingdienst of uitkeringsinstanties! Als bijstandsgerechtigde vrijwilligerswerk doen? Kijk maar uit. Soms is een tegenprestatie juist verplicht en worden mensen te werk gesteld op plekken waar ze dat niet willen. De overheid stuurt, verbiedt en regelt daar waar een samenleving een veel betere oplossing zou creëren.

DE ANTWOORDEN

Opt-out en decentralisatie

Burgers moeten de vrijheid krijgen om zelf te beslissen over onderwijs voor hun kinderen en zelf mogen kiezen of en hoe ze zich verzekeren en wat de voorwaarden zijn. Door de overheid niet langer scholen te laten financieren zijn de ouders degenen die betalen; en die kunnen dan verregaand beslissen. Het zou bij middelbaar en beroepsonderwijs ook zo kunnen uitpakken dat men juist kleine, gespecialiseerde opleidingen krijgt. Dit zou ook in de zorg mogelijk moeten zijn. Dementerenden die kleinschalig worden opgevangen en iedere dag dezelfde verzorgers zien. Wat wenselijk is, wordt niet langer door bureaucraten, bedrijfskundigen en managers bepaald, maar door zorgvragers en degenen die voor die zorg betalen.

Begin twintigste eeuw waren er tal van onderlinge bijstandsorganisaties. Net zoals er eeuwen daarvoor gilden waren. De vrije markt biedt mensen meer keuze uit organisaties die deze verzekeringen overnemen, al dan niet met winstoogmerk. Mensen zijn nu al bereid pensioenen, lijfrentes of een extra zorgpremie af te sluiten. De financiële middelen zullen dan individueel vrijkomen en vrij besteed worden.

Het sociale wezen

De mens is een groepsdier, dat graag interacties aangaat en bereid is om in onderlinge relaties te investeren. Vrijwilligerswerk is een uiting van de wens om een sociaal wezen te zijn. Door grote delen van de zorg en zekerheid te monopoliseren werkt de overheid deze primaire menselijke behoefte tegen. Leden van collectieven zijn bekend met de afdracht van vrijwillige bijdragen. Deze neiging wordt sterker naarmate de overheid in de zorg en sociale zekerheid terugtreedt. Het is mogelijk dat organisaties voor de behoeftige leden van hun gemeenschap gaan zorgen en dat familierelaties weer belangrijker worden. Volwassen kinderen kunnen (een deel van) het geld dat ze overhouden door de afschaffing van de verplichte staatszorg besteden aan hun ouders. Ouders kunnen de kinderopvang van kleinkinderen verder op zich nemen, waardoor kinderen niet langer door betaalde krachten worden behandeld, maar in handen zijn van hun grootouders die vaak meer betrokken zijn.

De LP staat voor een samenleving waar menselijkheid niet langer door afgedwongen gelden wordt gefinancierd, waar geen bureaucratie boven de mens gaat, waar de menselijke maat hersteld is, waar de regels van sociale zekerheid niet gedurende het spel kunnen worden veranderd en waar medemenselijkheid daadwerkelijk vriendelijkheid, medemenselijkheid en naastenliefde inhoudt.