Milton Friedman over het voorwaardelijk basisinkomen

Een van de belangrijke vraagstukken op dit moment is de houdbaarheid van het sociaal vangnet. Libertair econoom Milton Friedman, Nobelprijswinnaar in 1970, stelde het idee voor van een negatieve inkomstenbelasting, omdat dit goedkoper is dan de uitvoeringskosten van uitkeringen van de bureaucratische verzorgingsstaat.

De LP wil dit stelsel in Nederland invoeren. We noemen het in ons Verkiezingsstandpunt: “voorwaardelijk basisinkomen“. De voorwaarden daarvan zijn:

– negatieve belasting geldt alleen voor inkomens beneden modaal
– bedoeld voor volwassen Nederlanders in Nederland
– invoering van een vlaktaks van 25% voor inkomens boven modaal

Negatieve inkomstenbelasting garandeert een menswaardig bestaan voor mensen die minder dan modaal verdienen of die helemaal geen inkomen hebben. Bijverdienen wordt altijd beloond. Dit is ook volgens Friedman een essentieel element zodat mensen die op inkomensoverdracht aangewezen zijn ook de eigen produktieve bijdrage altijd als meerwaarde ervaren.
Het alom gepropageerde “universeel basis inkomen” (UBI) of het “onvoorwaardelijk basisinkomen” heeft het nadeel dat bijverdiensten ontmoedigd worden en de ontvangers in het systeem gevangen raken. Bijverdienen maakt immers geen verschil. Deze armoedeval schaadt de psyche van de mens omdat het de eigenwaarde aantast. 

Hoe werkt dat nu precies? De onderstaande grafiek brengt het voorwaardelijke basisinkomen schematisch in beeld. Beneden de transitiegrens betaal je geen inkomstenbelasting. De transitiegrens kan zo gekozen worden dat de financiering neutraal is. De LP wil die transitiegrens zelfs naar 40’000 euro brengen.

Financiering

Alle voorstanders van de invoering van het basisinkomen, van links tot rechts, zijn ervan overtuigd dat het basisinkomen financierbaar is zonder de belastingdruk te verhogen. Er wordt immers nu ook al op gelet – met een warboel aan regels en instituties – dat iedereen die de weg door de doolhof heeft afgelegd een menswaardig bestaan kan leiden. Het is dus principieel geen kwestie van extra kosten. Het basisinkomen vervangt bestaande uitkeringen en toeslagen, die niet meer nodig zijn.

Niet de economisch zwakken, maar de overheid is nu de grootste profiteur van de welvaartsstaat, in het bijzonder het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en haar uitvoerende organen op rijks- en gemeentelijk niveau. Onder het kopje “uitvoeringskosten” worden er door een ratjetoe aan “sociale” diensten vele miljarden uitgegeven. Met de invoering van het basisinkomen vallen de kosten voor het toetsen, verlenen en controleren dus weg. De grootste weerstand tegen de invoering ervan valt dus van de overheid zelf te verwachten. Maar toch: het zou capaciteiten vrijmaken die in andere economische sectoren productiever kunnen worden ingezet. 
Mensen zonder of met een laag inkomen worden minder afhankelijk van de overheid. De “herverdeel-en-heers”-organen waar we het over hebben zouden wat ons betreft nooit mogen bestaan.

De invoering van negatieve inkomstenbelasting is nog steeds inkomensoverdracht en wat ons betreft is het een tussenstap. Wij willen de onderworpenheid van economisch zwakken aan de grillen van politiek en staat geheel opheffen. Voor een basisinkomen heb je geen monopolie van de overheid nodig, want een basisinkomen kan – eventueel tijdens een overgangsfase in concurrentie met de overheid – als individuele of als “onderlinge” groepsverzekering worden aangeboden. In de sociaaldemocratische werkelijkheid van vandaag moet wat betreft de LP minstens een individueel recht op “opting-out” komen, zodat voor sociale zekerheid een divers aanbod kan ontstaan.

Robert Valentine in Juni 2020 over het voorwaardelijk basisinkomen.

Meer stemmen uit libertaire kringen over het Voorwaardelijk Basisinkomen kun je via onderstaande links vinden. Wil je reageren, stuur dan een mailtje naar:
nieuwsbrief@stemlp.nl.