Op 18 Juli 2021 kopte het Financieele Dagblad: “Bedrijfsleven verzet zich tegen “maatschappelijke zorgplicht“.
Het rommelt. Volgens het artikel was er een groep hoogleraren, die het plan had opgevat om in de wet te laten opnemen, dat CEO’s zich als “verantwoorde burgers” moeten gedragen. Daar kwam vanuit het bedrijfsleven oppositie tegen. Ook wil de commissie die de code voor goed ondernemingsbestuur toetst, dit najaar een bepaling toevoegen dat bedrijven onder meer de milieu-effecten van hun beleid moeten verantwoorden. Het gaat meer in het algemeen om het maatschappelijk effect van het handelen van bedrijven. 

Niet alleen om klimaat, maar ook om “sociale vraagstukken” zoals “ongelijkheid”, “diversiteit”, “werk- en inkomenszekerheid” en “inclusiviteit”. Veel open vragen: waar gaat dit naar toe? Schrikbeeld: Shell-uitspraak, Urgenda-uitspraak. PFAS- en stikstofuitstoot-regels die het boeren- en bouwbedrijf lamleggen. Er zijn mensen voor wie dit allemaal stappen in de goede richting zijn. Maar voor een belangrijke groep zijn het echter existentiële bedreigingen.

Slechts één dag later, op 19 juli, kopt hetzelde FD: “Ambitieuze dataplannen AFM stuiten op verzet van financiële sector“. Citaat: “De AFM heeft de financiële sector de stuipen op het lijf gejaagd met verregaande plannen om veel meer data bij banken en andere instellingen op te kunnen vragen“. Hier is alweer uw belastinggeld aan het werk. Men spreekt over “nalevingskosten voor bedrijven”. Jawel, het rommelt ècht. De controlestaat is in de volgende versnelling gezet. Verantwoordelijk: Wopke Hoekstra, CDA.

“De maatschappelijke zorgplicht” van ondernemingen, daar hebben we het al eens eerder over gehad, zie het stuk over Big Stakeholder (“Sanpo-yoshi“), van November 2020 of bekijk nog even preventief deze video. De druk wordt echter door de overheid opgevoerd. We wrijven in onze ogen: de maatschappelijke zorgplicht dat was toch een plicht van de overheid zelf? Waarvoor anders zijn Shell, Albert Heijn en consorten belastingontvangers geworden? Warrvoor anders draagt iedereen braaf 51% van het verdiende loon af aan de gemeenschappelijke “goede zaak”? In het vertrouwen verder met rust gelaten te worden, toch?. Maar het lijkt erop dat het bedrijfsleven haar relatieve ongestoordheid niet meer kan afkopen, en dat begint te steken.

Het is geen geheim, dat in het bedrijfsleven sterke persoonlijkheden het vaker moeten afleggen tegen overlevenskunstenaars en trouwe soldaten. Het is geen wonder, dat veel stuurlui, vooral van grote, beursgenoteerde, bedrijven, het liever op een practisch akkoordje met politici en met de pers gooien, dan dat ze het bedrijf exponeren door een principieel op bedrijfsbelang gerichte houding. Tè heftig kan de publieke opinie reageren. Tè gevoelig zijn de aandeelhouders voor het corporate imago. Maar intussen moeten de economische belangen van de onderneming wel voorop blijven staan en wordt het laveren steeds moeilijker. Grote bedrijven hebben tegenwoordig “compliance managers“. Het is een soort zelfcensuur, die ervoor moet zorgen dat de kopstukken zich beter op hun kerntaken kunnen concentreren. En nu zien we in datzelfde bedrijfsleven verzet ontstaan. Komt “the Great Reject” eraan?

Opvallend weinig economen ondersteunen de aangekondigde “Great Reset” van het World Economic Forum. En ook de “sustainable development goals” van de Verenigde Naties lijken meer gesteund te worden door politici van een cohort van (ex-)ontwikkelingslanden, dan door vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. Vergeet niet, dat de VN een club van regeringen is, en dus van politici. Ideeën van herverdeling van opgespaard vermogen liggen aan veel van hun initiatieven ten grondslag, en je hebt sterke overheden nodig om dat van de nijvere eigenaren af te nemen. Ook de angstmakende narratieven over de Corona-pandemie of over de komende klimaatcatastrofe worden met meer overtuiging gepropageerd door hen, die in bepaalde kringen verkeren dan door degenen die de lasten ervan moeten dragen.

“Je doet het voor een ander“: het wordt steeds vaker open en bloot gezegd. En het is vooral gericht op je bereidheid om jezelf als werk- en prikezel onbezoldigd ter beschikking van “de ander” te stellen. “Wer es glaubt, wird selig“, zeggen onze oosterburen, inspelend op de morele doctrine waarmee velen zijn opgegroeid. Waar we ons zorgen over moeten maken, is dat onze bereidheid om voor het goede te kiezen, hoe langer hoe meer wordt geëxploiteerd door krachten, waarvan we misschien niet willen weten waar ze vandaan komen. Krachten die iets van ons willen hebben voor niets. Het zijn krachten, die zien dat wij binnen onze dijken relatief  comfortabel leven en ons willen aanpraten dat we ons comfort oftewel van koloniën hebben geroofd, of van onze kinderen geleend of te danken hebben aan de armoede, de ongelijkheid en de onrechtvaardigheid in de wereld in het algemeen. Er zijn veel te weinig stemmen, die ons eraan herinneren, dat we onze comfortabele levensstijl zelf, door hard werken, door slim georganiseerde samenwerking en door inventiviteit, ja, zelfs door levensgevaarlijk verzet van onze (voor)ouders tegen machtige tyrannen hebben verdiend. Dat zouden de mensen in al die verre landen zelf even goed kunnen doen. Wie onder een tirannie leeft, draagt daaraan misschien ook zelf wel schuld. Daarover volgende week meer.

Neen” zeggen tegen de oproepen van regeringen die ons met wettelijke regels tegemoetwalsen vergt een beetje moed. We willen misschien graag wetsgetrouwe burgers zijn, maar ondernemende mensen worden er nu wel verschrikkelijk moe van.

De Libertaire Partij

Libertairen hebben een krachtig medicijn: de deugd van het egoïsme! We zijn ervan overtuigd, dat elk mens ten eerste de opgave heeft om voor zichzelf te zorgen, en daarna pas voor zijn omgeving. Ieders eigenbelang gaat voor. Dat wordt vaak verkeerd begrepen als zelfzucht, maar als je er even goed over nadenkt is het de oereigen wil tot instandhouding van jezelf. Het is “ja!” zeggen tegen het leven zelf en vertrouwen op de eigen keuze. Het is onze “Great Reject” tegen elke manipulatie van buitenaf.

Het betekent “neen!” zeggen tegen een overheid, die van ons onteigend werd, die nu “slechts” voor haar eigen clientèle aan het werken is, die hard bezig is zich van veel burgers te vervreemden. Het betekent dat we klaar zijn voor alternatieven voor allerlei taken die aan de overheid waren gedelegeerd. Alternatieven, voor taken, waarvan gebleken is dat ze geen monopolie verdragen. Alternatieven die belanghebbenden zelf, decentraal, kunnen besturen en waaraan we met een gerust hart gemeenschappelijke taken kunnen overlaten. Ons huidig buiten haar oevers getreden overheidsbestel heeft zich daartoe in veel opzichten onbewaam getoond. Heel veel bestuurlijke structuren moeten op de schop. Het opzetten van concurrerende alternatieven lijkt een betere weg dan revolutie. We moeten ervoor oppassen, dat we het kind niet met het badwater gaan uitschenken. We hebben nog steeds veel te verliezen.

The Great Reject is al lang begonnen. Of je dit nu tot uiting brengt door in demonstraties mee te lopen, doordat je je opgebouwde vermogen in veiligheid brengt of doordat je actief aan een prarallelle samenleving participeert, belangrijk is dat onze medemensen, die nog steeds achter VVD en D66 aanlopen, onze boodschap ondubbelzinnig ontvangen. We staan open voor goede argumenten, maar we wijzen dwang af. We gaan uiteindelijk onze eigen weg.